Reken je mee...?

Zomers telt een bijenvolk 30.000 tot 60.000 bijen en één daarvan is de koningin (hiernaast met de groene stip). De rest zijn de werksters (onbevruchte vrouwtjesbijen) en de darren (mannetjesbijen). De darren in het honingbijenvolk doen nagenoeg niets nuttigs. Ze laten zich voeren en vliegen erop uit op zoek naar een koningin om te bevruchten. Het gros van de mannetjes sterft echter zonder ooit met een koningin gepaard te hebben. Wel geven ze in de bijenwoning feromonen (hormomen) af. Je zou kunnen zeggen dat dat helpt om een volk in balans te houden. 

Zwaar beladen!

Een werkster vervoert in haar darm-nectarmaag 40 mg nectar. Een bij weegt zelf 90 mg. De hoeveelheid nectar die ze door de lucht vervoert is dus bijna de helft van haar eigen lichaamsgewicht! Om 1 kilo honing te maken vliegen de honingbijen bij elkaar ongeveer 1 miljoen keer uit. En dan te bedenken dat een volk jaarlijks ongeveer 150 kg honing verbruikt, als energiebron voor het volk. Reken maar uit hoeveel vliegbewegingen ze samen maken om daarvoor voldoende nectar te verzamelen. Oh, ze nemen tegelijkertijd ook nog even klompjes stuifmeel mee in de korfjes aan hun poten (zie de gele klompjes hiernaast). Dat is een belangrijke voedingsbron voor de larfjes.

Waar halen ze het vandaan?

Bijen halen hun voedsel in een straal van ongeveer 3 tot 5 km rond de bijenkast. Het grootste deel van de haalbijen blijft echter binnen 250 meter tenzij daar niet genoeg te halen valt! Die informatie geven ze aan elkaar door met een dansje.

Queen-Bee

De koningin legt als enige bij eitjes. In het seizoen legt ze iedere dag wel 2000 eitjes! Het is haar taak om speciale stofjes (feromonen) aan te maken die andere bijen kunnen ruiken. De andere bijen verspreiden deze geur en zo houdt ze de bijen bij elkaar. Door de geur weten de bijen dat ze een koningin hebben en of het goed met haar gaat. Als deze geur minder sterk wordt, weten ze dat het niet goed gaat met hun koningin. Dan komt er een nieuwe bijenkoningin. Er wordt een larve uitgekozen die extra veel speciaal voedsel krijgt, de koniginnengelei. Deze larve zal  uitgroeien tot de nieuwe koningin.
Elk van deze bijen heeft dus zijn eigen taak in de kolonie, en samen houden ze elkaar in leven.

De kraamkamer

De koningin legt eitjes in de verschillende cellen van de honingraten. De eitjes komen na drie dagen uit. Dan worden de larven drie dagen gevoed met koninginnegelei, een mengsel van honing en stuifmeel dat veel eiwitten bevat. Hierna krijgen ze alleen nog maar stuifmeel te eten. De larve die koningin zal worden krijgt meer koninginnegelei, zodat ze goed kan groeien. Als de larven voldoende gegeten hebben maken ze een cocon. Hierin groeien ze uit tot volwassen bijen. De cyclus voor een koningin duurt 16 dagen, voor een werkster 21 dagen en een dar komt na 24 dagen uit de kraamkamer.

De bijendans

Bijen hebben een bijzondere manier om de locatie van voedselbronnen aan elkaar door te geven, dit noemen we de ' bijendans'. Op deze manier kan er zo efficiënt mogelijk voedsel worden binnengehaald wat nodig is voor de wintermaanden.

We onderscheiden hierin de rondedans en de kwispeldans. Dit zijn de bewegingspatronen waarmee bijen elkaar dus aanwijzingen geven omtrent gevonden voedselbronnen. De rondedans die ook wel waggeldans (zie filmpje) wordt genoemd wordt gebruikt voor het geven van aanwijzingen over voedsel dat binnen 50 meter vanaf het volk ligt.Als het voedsel tussen de 50 en 100 meter van het volk ligt, dan worden er overgangsvormen tussen de rondedans (waggeldans) en de kwispeldans uitgevoerd (ook wel sikkeldans genoemd)

Zowel bij de rondedans als bij de kwispeldans zal de betreffende haalbij eerst de aandacht vragen door wild op een raat naar boven te lopen en tegen andere bijen te duwen. Ze laat daarbij ook eventjes van het voedsel van de bron proeven.